Overleven doe je in je eentje
Als de introverte 13-jarige Liesbeth zich door haar moeder een zomerkamp laat aanpraten, vermoedt ze al wat haar te wachten staat: tien dagen als paria behandeld worden. Het blijkt Liesbeth ten voeten uit: ze observeert en registreert wel, maar is nauwelijks tot interactie in staat: ‘Soms kan ik mijn stem niet vinden.’ Liesbeths positie als Außenseiter in het gezin is niet geheel onlogisch: veel zorg van Liesbeths moeder gaat uit naar de autistische tweeling Wessel en Hella, terwijl vader Ferdi een notoire egoïst blijkt. Vanaf de eerste bladzijden overtuigt Rood met een indringend psychologisch portret van haar dertienjarige protagoniste. Als veelzijdige ik-vertelster ontstaat een diepgaande en complexe karakterisering, wat haast vanzelfsprekend tot empathie leidt. (meer…)